Negatieve woorden en hun positieve tegenhangers, vooral in dan/als/of-groepen

  • P.C. Paardekooper

Samenvatting

Mnl noyt kan betekenen ‘op geen enkel ogenblik’ (negatief), maar ook ‘op welk ogenblik ook’ (positief en stapelend). Dat laatste is dus een positieve pendant van een ontkennend woord. Twee andere koppels zijn negatief (ne) geen ‘geen’ tegenover positief en stapelend (ne)geen ‘ook maar één’ en posi- tief (?) ne/en tegenover negatief ne/en. Die positieve pendanten zijn syntak- tisch beperkt, en komen vaak of uitsluitend voor in een dan-/als-/of-groep na een stell. of een vergr. trap. Ze zijn bijna altijd stapelend.

In 1vv bespreken we drie belangrijke elementen: de negatieve woorden met hun positieve pendanten (1.1.vv), de bouw van de dan-/als-/of-groep met vaak een ontkennend woord vóór dan enz. (1.2vv), en een belangrijke eksterne faktor bij die woorden, nl. fatale latijnse invloeden op ons spraakkunstsysteem en (stilistisch) op het gebruik van sommige negatieve woorden in ons tekst- systeem (1.3vv).

In 2vv volgt een chronologisch geordende nederlandse materiaalverzameling van de positieve pendanten uit tekst (2.1, 2.2 en 2.3) en uit taal (2.4). In 2.1vv beginnen we met mnl positief (?) ne/en, positief noyt enz. en – heel even – positief (ne)geen-; in 2.2vv brengt [de 16e eeuw] positief oyt … en… als variant van positief noyt. [In de 17e eeuw] verdwijnt positief noyt groten- deels, en positief ne/en wordt hoe langer hoe zeldzamer (2.3vv). Maar [vanaf de 19e eeuw] komen restanten van de positieve tekstpendanten voor in tussentaal en – ondervraagbare – dialekten: positief ne/en, positief nooit, positief nooit maar en positief oyt … en … (2.4vv).

Gepubliceerd
2016-11-17
Sectie
Artikelen