https://verslagenenmededelingen.be/index.php/VM/issue/feedVerslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren2025-12-11T14:50:53+01:00Thomas Van der Gotensecretariaat@kantl.beOpen Journal Systems<p><strong>Tijdschrift voor studie en bevordering van de Nederlandse taal- en letterkunde, gesticht in 1887.</strong></p> <p>De inhoud van elk nummer verschijnt telkens zowel in gedrukte publicatie als online via Open Access.</p> <p>Bestel een exemplaar van eender welk nummer via de website van de KANTL (http://kantl.be/publicaties/tijdschriften) of lees het op deze website.</p> <div> </div>https://verslagenenmededelingen.be/index.php/VM/article/view/292Brief aan de redactie n.a.v. Georges De Schutter, ‘Het materiaal-Willems, de eerste systematische dialectenquête van de Nederlanden en aangrenzend Duitsland’, Verslagen & Mededelingen KANTL, 134/2 (2024): 5-342025-12-11T14:50:53+01:00Jan Goossensthomasvandergoten1@gmail.com<p>Van KANTL-erelid Jan Goossens ontving de redactie van V&M de volgende reactie op het hierboven vermelde artikel.</p>2025-12-11T14:25:44+01:00Copyright (c) 2025 Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letterenhttps://verslagenenmededelingen.be/index.php/VM/article/view/280Tussen geschiedenis en verbeelding: biofictie, een nieuw genre ?2025-12-11T14:50:53+01:00Lut Missinnelut.missinne@uni-muenster.de<p><em>Het fenomeen biofictie, dat de laatste tijd ook in de Nederlandse literatuur ettelijke beoefenaars vindt (onder meer Karin Amatmoekrim, Arthur Japin, Thomas Lieske, Nicolaas Matsier, Koen Peeters, Hélène Nolthenius, Ilja Leonard Pfeijffer, Jan Siebelink) is volgens sommigen een typisch postmodern fenomeen, volgens anderen heeft het genre wortels in de historische roman en gaat terug tot de negentiende eeuw. In dit artikel besteed ik aandacht aan dit genre waarin historische figuren en gebeurtenissen met fictionele elementen vermengd worden. Ik bekijk in het bijzonder enkele prototypische verteltechnische aspecten, zoals de vertelsituatie en focalisatie, de verwerking van bronnenmateriaal in de tekst, fictionaliseringstechnieken en de structuur van het verhaal. Op basis hiervan formuleer ik enkele mogelijke verklaringen voor de huidige populariteit van biofictie. </em></p>2025-12-11T14:30:21+01:00Copyright (c) 2025 Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letterenhttps://verslagenenmededelingen.be/index.php/VM/article/view/282‘Waermede hy zoo verre afstaet van de andere dieren’2025-12-11T14:50:53+01:00Geert BuelensG.Buelens@uu.nl<p>Samenvatting: Guido Gezelle wordt vrij algemeen beschouwd als een groot natuurdichter, maar enkel de taligheid van zijn oeuvre zou hem ook tot een modern schrijver maken. In het licht van moderniteitskritiek van Amitav Ghosh presenteert dit artikel een revisie van dat beeld door aandacht te hebben voor hoe Gezelle in zijn gedichten en proza (vooral <em>Uitstap in de Warande</em>) taal geeft aan niet-menselijke organismen, hoe hij deze ‘animistisch’ presenteert en hij ze ook een handelingsvermogen toeschrijft. Ook de kritiek die Gezelle formuleert op de economische exploitatie van de natuur en de milieueffecten van de Industriële Revolutie maken hem tot een dichter met een actuele boodschap. </p> <p>Abstract: Guido Gezelle is widely considered to be one of the greatest poets of nature, yet only his linguistic bravura seems to qualify him as a modern author. Judged through Amitav Ghosh’s critique of modernity, this article tries to revise that image, focusing on how Gezelle’s poems and prose (<em>Uitstap in de Warande</em>, in particular) tend to give a voice to non-human organisms, his animistic presentation of these organisms and their agency. Gezelle’s criticism of nature’s economic exploitation and the ecological effects of the Industrial Revolution also make him into a poet with a contemporary message. </p>2025-12-11T14:30:29+01:00Copyright (c) 2025 Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letterenhttps://verslagenenmededelingen.be/index.php/VM/article/view/289Het West-Vlaams onder de Franse taalpolitiek2025-12-11T14:50:53+01:00Jan Pekelderjan.pekelder@gmail.com<p>In deze bijdrage wordt geprobeerd aannemelijk te maken dat er tussen 1789 en 1795 een vorm van taalpolitiek valt te traceren die in tegenstelling tot wat wel wordt beweerd vrij gematigd was. Tussen 1795 en 1799 is er zelfs geen spoor meer van te bekennen. Er was daarentegen sprake van een zekere politiek gemotiveerde opening naar de streektalen. Verder is het aantoonbaar dat de taalpolitiek van de revolutionairen voor zover die tegen de streektalen was gericht geen breuk betekende met het verleden, maar eerder een voortzetting van de politiek van Lodewijk XIV. Ten slotte zijn er aanwijzingen dat de revolutionaire politiek met betrekking tot de streektalen slechts zeer ten dele is overgenomen door Napoleon tijdens het Eerste Keizerrijk. </p>2025-12-11T14:30:42+01:00Copyright (c) 2025 Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letterenhttps://verslagenenmededelingen.be/index.php/VM/article/view/286Meertaligheid op de werkvloer in het GenAI-tijdperk: inzichten rond taal- en communicatie voor specifieke doeleinden bij alumni uit Bedrijfswetenschappen en Economie2025-12-11T14:50:53+01:00Jana Declercqjana.declercq@uantwerpen.beAnouk Baxanoukbaxx@hotmail.comGriet Boonegriet.boone@uantwerpen.beStephanie Hughesstephanie.hughes@uantwerpen.beCraig Rollocraig.rollo@uantwerpen.beSophie Limbossophie.limbos@uantwerpen.beLieve Vangehuchtenlieve.vangehuchten@uantwerpen.be<p>In onze kennismaatschappij zijn meertaligheid en sterke communicatievaardigheden in veel werkcontexten onmisbaar. Tegelijk zijn er de afgelopen jaren disruptieve ontwikkelingen geweest door de snelle groei van het gebruik van GenAI, die een grote invloed hebben in een context van (meertalige) professionele communicatie. Deze ontwikkelingen stellen het hoger onderwijs – met name opleidingen die taalonderwijs voor specifieke doeleinden aanbieden – voor vragen over hoe dit talenonderwijs er met het oog op deze ontwikkelingen er moet uitzien.</p> <p>Om hier inzicht in te krijgen, bevroegen we alumni van de Faculteit Bedrijfskunde en Economie aan de Universiteit Antwerpen over de volgende aspecten: 1) hun professionele profiel qua taal- en communicatievaardigheden; 2) hoe zij terugkijken op het talenonderwijs, en 3) hoe zij omgaan met de beschikbaarheid van GenAI-tools op de werkvloer. We analyseerden de vragenlijstantwoorden van 116 respondenten en 9 semi-gestructureerde interviews.</p> <p>Uit ons onderzoek bleek dat de respondenten bijna allemaal in een sterk meertalige werkomgeving werken, en van een scala aan communicatieve vaardigheden gebruik maken. Ze gaven aan GenAI vooral voor schriftelijke taken te gebruiken en verwachten dat dit gebruik zal toenemen. Mondelinge vaardigheden, die (vooralsnog) in realtime weinig door GenAI ondersteund worden, vinden ze zeer belangrijk. Daarom benadrukken ze het belang van talenonderwijs dat ook zonder GenAI taal-en communicatievaardigheden oefent, omdat op die manier de nodige kritische vaardigheden ontwikkeld worden om het potentieel van GenAI op een verantwoorde manier ten volle te benutten. In de discussie reflecteren we over wat dit betekent voor het talenonderwijs voor specifieke doeleinden binnen onze opleiding, en daarbuiten.</p>2025-12-11T14:30:49+01:00Copyright (c) 2025 Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren