https://verslagenenmededelingen.be/index.php/VM/issue/feedVerslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren2025-04-23T13:30:54+02:00Thomas Van der Gotensecretariaat@kantl.beOpen Journal Systems<p><strong>Tijdschrift voor studie en bevordering van de Nederlandse taal- en letterkunde, gesticht in 1887.</strong></p> <p>De inhoud van elk nummer verschijnt telkens enkele maanden na de gedrukte publicatie online.</p> <p>Bestel een exemplaar van eender welk nummer via de website van de KANTL (http://kantl.be/publicaties/tijdschriften) of lees het later op deze website.</p> <div> </div>https://verslagenenmededelingen.be/index.php/VM/article/view/253Het materiaal-Willems2025-04-23T13:30:53+02:00Georges De Schuttergeorges.de.schutter@telenet.be<p style="font-weight: 400;">De bedoeling van deze tekst is de informatie die over de dialectenquête van Pieter Willems in de loop van de vorige eeuw en tot nog toe gepubliceerd is, samen te vatten en op een paar toch wel cruciale punten aan te vullen. Een tweede doelstelling is om de aandacht van taalkundigen te vragen voor thema’s uit de historische taalstudie waar het materiaal-Willems, zoals er gewoonlijk naar verwezen wordt, een aanzienlijke en brede kijk op kan geven.</p> <p style="font-weight: 400;">Na een heel summiere levensschets van de initiatiefnemer worden de volgende items behandeld:</p> <p style="font-weight: 400;">- De nagestreefde doelstellingen: onderzoek over de landsgrenzen heen van alle componenten van de Nederfrankische dialecten (in Nederland, Noord-België, Frans-Vlaanderen en het Duitse Rijnland), en de opbouw van een informantenstaal (punt 3.1).</p> <p style="font-weight: 400;">- Informatie over de behandelde lokale dialecten (en moeilijkheden bij de interpretatie daarvan) en een beschrijving van de gepresenteerde vragenlijst (punt 3.2).</p> <p style="font-weight: 400;">- Ten slotte (en vooral): een overzicht van het onderzoek waartoe de materiaalverzameling geleid heeft, van de eerste pogingen van Willems zelf om globaal greep op het materiaal te krijgen, over het intense gebruik dat in de jaren dertig van de 20<sup>ste</sup> eeuw vooral aan de Nijmeegse universiteit van het materiaal gebruikt is, tot werk dat zich tot in de 21<sup>ste</sup> eeuw voortzet. Dat overzicht leidt tot een voorzichtig en genuanceerd antwoord op de vraag wat het materiaal kan bijbrengen op gebied van het lexicon, en van de fonologische, morfologische en syntactische taalcomponent (punt 4).</p> <p style="font-weight: 400;">Tot slot verschijnt een nieuw overzicht van de plaatsen waarvoor materiaal aanwezig is. In punt 5 wordt een kort overzicht gegeven van het fysieke wedervaren van de materiaalverzameling (punt 5.1) en van de pogingen om het materiaal voor een ruimer wetenschappelijk publiek toegankelijk te maken (punt 5.2). Ten slotte volgen in 5.3 vier deeltabellen met plaatsen in Nederland, België (met inbegrip van twee Duitstalige plaatsen), Frankrijk en Duitsland (+ Luxenburg). </p>2025-04-22T11:35:41+02:00Copyright (c) 2025 Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letterenhttps://verslagenenmededelingen.be/index.php/VM/article/view/276De herinnering van de Limburgse Bloemenpracht2025-04-23T13:30:53+02:00Aurélie Lemmensaurelie.lemmens@student.kuleuven.be<p>Dit artikel vestigt de aandacht op de evolutie van een steeds terugkerend symbool in het oeuvre van de Vlaamse dichter Lambrecht Lambrechts (1865-1932), het Limburgse heidebloempje. Afgezien van Lambrechts’ Limburgse afkomst, lijken de drie gepubliceerde heidegedichten (1909, 1913, 1924) op inhoudelijk vlak niet te verwijzen naar een eenduidige, biografische situatie. Een tekstgenetische benadering van het geselecteerde corpus, in navolging van de theorieën van Daniel Ferrer (2004, 2011) en Dirk Van Hulle (2007, 2011), stelt ons echter in staat om de <em>mémoire du contexte </em>van het heidebloempje aan te wakkeren en het hermeneutisch potentieel ervan te analyseren. Na het in kaart brengen van het genetische dossier van de heidegedichten aan de hand van de schematische weergave van Pierre-Marc De Biasi (1996), stelt dit artikel een chronologische analyse voor van ditzelfde genetische materiaal waaruit blijkt dat Lambrechts’ Limburgse heidebloempje een geslaagd symbool was voor het omkaderen van persoonlijk verlies.</p>2025-04-22T11:39:07+02:00Copyright (c) 2025 Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letterenhttps://verslagenenmededelingen.be/index.php/VM/article/view/271Met Snellaert in de Ardennen en in de Pyreneeën 2025-04-23T13:30:53+02:00Ludo Stynenludostynen@hotmail.com<p>Snellaert publiceerde twee reisverhalen, in 1851 en in 1858. Behalve voor de praktijk van het reizen en voor de toeristische bezienswaardigheden die mondjesmaat aan bod komen, zijn de teksten vooral interessant voor Snellaerts visie op de Vlaamse strijd waarin hij een hoofdrol speelde. Het reizen en de toeristische aspecten worden gerelateerd aan de Vlaamser emancipatiestrijd en Snellaerts aandeel daarin.</p>2025-04-22T11:44:17+02:00Copyright (c) 2025 Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letterenhttps://verslagenenmededelingen.be/index.php/VM/article/view/281Dorpslucht van Stijn Streuvels versus Het Ezelken van Cyriel Buysse2025-04-23T13:30:54+02:00Marc Van Kerchovemarcvankerchove@yahoo.com<p>De romans <em>Het Ezelken</em> van Cyriel Buysse en <em>Dorpslucht </em>van Stijn Streuvels werden kort na elkaar in respectievelijk 1910 en 1914 gepubliceerd. In beide romans werd de thematiek van het priestercelibaat in vrij gelijklopende situaties aangeraakt. Vreemd genoeg werd enkel Buysse hiervoor op de korrel genomen. Dat ook Streuvels dit thema in <em>Dorpslucht </em>behandelde, werd over het hoofd gezien. We willen in dit artikel enkele cruciale scènes naast elkaar plaatsen waarin het thema van het celibaat in <em>Het Ezelken </em>van Buysse en in <em>Dorpslucht </em>van Streuvels in beeld gebracht wordt. <em>Het Ezelken </em>van Buysse werd een succes, het volumineuze <em>Dorpslucht</em> van Streuvels daarentegen werd een van de meest vergeten werken uit zijn oeuvre. We zoeken een verklaring waarom de receptie van <em>Dorpslucht </em>zo verschillend was met die van <em>Het Ezelken </em>en waarom <em>Dorpslucht </em>uit het vizier verdween, ook al bracht Streuvels er met <em>Beroering over het dorp</em> in 1948 nog een sterk gereduceerde versie van op de markt<em>. </em></p>2025-04-22T11:47:45+02:00Copyright (c) 2025 Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren