De sotternieën. Een verkenning van het 'genre' in vergelijking met thematisch verwante farces en rederijkerskluchten
Samenvatting
De korte komische toneelstukken die in het handschrift-Van Hulthem (ca. 1406) de abele spelen vergezellen, staan in de literatuurgeschiedenis bekend als 'de sotternieën'. Of deze naamgeving terecht, of althans oorspronkelijk is, is de eerste vraag die in deze bijdrage aan de orde is. Verder wordt gepoogd om via onderzoek van de vormgeving, de thematiek en de geïmpliceerde intentie, de komische werking, het 'realistische' en het 'groteske', de contouren te tekenen van het 'genre', waar mogelijk in vergelijking met verwante (maar historisch iets recentere) Franse farces en kluchten van de rederijkers. Afgezien van het 'mnemonisch rijm', dat omstreeks 1400 voor toneel internationaal gangbaar was, onderscheiden de sotternieën zich vooral als een theater dat, door zijn ongecompliceerdheid en geringe implicaties wat opvoeringsruimte en enscenering betreft, bij uitstek geschikt was voor opvoering op uiteenlopende plaatsen en en voor diverse publieksgroepen: het soort theater dat bij uitstek deel zou kunnen uitmaken van het repertoire van een autonoom, wellicht professioneel toneelgezelschap in de trant van de camerspeelders. Dit soort beroepstheater - dat voor de tijd omstreeks 1400 vooralsnog niet historisch geattesteerd is - is eerder ook voor de abele spelen als plausibele naar voren geschoven.
- Auteurs behouden de auteursrechten en geven het tijdschrift het recht van eerste publicatie van het werk onder een Creative Commons Attribution Licentie die anderen het recht geeft het werk te delen onder vermelding van het auteurschap van het werk en de eerste publicatie in dit tijdschrift.
- Auteurs mogen separate, additionele contractuele overeenkomsten aangaan voor het niet-exclusief distribueren van de door het tijdschrift gepubliceerde versie van het werk (bv. plaatsing in een institutionele repository of publicatie in een boek), onder vermelding van de eerste publicatie in dit tijdschrift.
- Auteurs hebben het recht en worden aangemoedigd om hun werk online beschikbaar te stellen (bv. in institutionele repositories of op hun website) voorafgaand aan en gedurende de inzending, aangezien dat kan leiden tot productieve discussies, sneller en meer citaties van het gepubliceerde werk (Zie The Effect of Open Access).