Drie-argumentstructuurconstructies met een voorzetselobject

  • Willy Vandeweghe KANTL
  • Timothy Colleman Universiteit Gent, Vakgroep Taalkunde

Samenvatting

Wanneer Nederlandse werkwoorden met twee objecten verbonden worden, kunnen die nominaal of prepositioneel zijn. Ook alle denkbare onderlinge combinaties komen voor: NP NP, NP PP, PP NP, PP PP. Hoe de combinatie er ook uitziet, de objecten in kwestie zullen zowel semantisch als hiërarchisch van elkaar verschillen. In deze bijdrage staan constructies onder de aandacht waarvan minstens één van de objecten prepositioneel is, in een poging te achterhalen of woordvolgordefenomenen iets onthullen over de hiërarchische relatie tussen beide objecten. Daarop aansluitend worden enkele verkennende observaties gedaan betreffende de distributie van drieplaatsige predicaten over constructies die een homogene of gemengde objectencombinatie laten zien.

Abstract

In Dutch constructions with two objects, each of these can be either nominal or prepositional, resulting in various two-object combination patterns: NP NP, NP PP, PP NP, PP PP. However, for two objects to occur in one and the same construction, they have to be semantically and hierarchically distinct. This paper focuses on two-object constructions where at least one of the objects is prepositional. We investigate whether facts of word order reveal anything about the hierarchical relation between the objects of such constructions. In addition, there is a brief exploration of the distribution of three-place predicates over homogeneous and/or mixed two-object constructions.

Biografie auteur

Willy Vandeweghe, KANTL

UGent

HoGent

KANTL

Gepubliceerd
2011-11-08