Gespannen en ongespannen klinkers aan het syllabe-einde

  • Hanne Kloots Universiteit Antwerpen / Artesis Hogeschool Antwerpen
  • Steven Gillis Universiteit Antwerpen

Samenvatting

De afgelopen 25 jaar is er in Antwerpen heel wat onderzoek gebeurd naar gespannen en ongespannen klinkers aan het syllabe-einde in het Nederlands. In deze bijdrage presenteren we een synthese van de voornaamste bevindingen. Uit onderzoek naar intuïtieve syllabificering bij proefpersonen met en zonder leeservaring bleek dat het mentale beeld dat taalgebruikers hebben van het syllabe-einde o.a. beïnvloed wordt door spellingkennis, met name kennis van de afbreekregels (De Schutter & Collier, 1986; Gillis & De Schutter, 1996; Gillis & Sandra, 2000). Later groeide het vermoeden dat ook de nationale variëteit van de luisteraars de perceptie kan beïnvloeden (Kloots, 2008). Dit vermoeden werd nader onderzocht in verschillende vervolgstudies. Globaal genomen gebruiken Vlaamse en Nederlandse luisteraars dezelfde transcriptiestrategieën (Coussé & Gillis, 2006), maar met name onbeklemtoonde, gespannen klinkers uit open syllaben worden vaak verschillend gecategoriseerd. De Vlaamse luisteraars horen in deze positie vrijwel uitsluitend ongespannen klinkers, terwijl de Nederlandse luisteraars een duidelijk onderscheid maken tussen gespannen en ongespannen vocalen (Coussé et al., 2004; Kloots et al., 2006). Waar de grens precies ligt, wordt mede bepaald door de duur van de klinkers. De vocalen die door de Nederlandse luisteraars ‘gespannen’ genoemd worden, blijken namelijk significant langer te duren dan hun ‘ongespannen’ pendanten (Kloots et al., 2010).

Abstract

Over the last 25 years several Antwerp studies have focussed on tense and lax vowels in syllable final position in Dutch. This contribution provides an overview of the main findings. Research on the intuitive syllabification by subjects with and without reading experience revealed that the mental image of vowels in syllable final position is – among others – influenced by the knowledge of the orthographic system, especially the hyphenation rules (De Schutter & Collier, 1986; Gillis & De Schutter, 1996; Gillis & Sandra, 2000). Subsequent listening tasks raised the question if the national variety of the listeners influences perception as well (Kloots, 2008). This intuition was explored in several follow-up studies. Globally speaking, Flemish and Dutch listeners use the same transcription strategies (Coussé & Gillis, 2006). However, especially unstressed, tense vowels in open syllables are quite often categorized differently. Whereas Flemish listeners almost exclusively hear lax vowels in this position, Dutch listeners seem to perceive a clear (phonemic) boundary between tense and lax vowels (Coussé et al., 2004; Kloots et al., 2006). The position of this boundary appears to be influenced by vowel duration. That is, the vowels that were categorized as ‘tense’ by the Dutch listeners have a significantly longer duration than their ‘lax’ counterparts (Kloots et al., 2010).

Gepubliceerd
2011-11-08