Literatuur als vlag. Hendrik Conscience en de choreografie van de massa
Samenvatting
De algemene opinie wil dat Conscience tot de eerste generatie filologen en letterkundigen behoort voor wie de Vlaamse Beweging zich beperkte tot het culturele domein. Met zijn roman De Leeuw van Vlaanderen (1838) loopt hij echter vooruit op de fase waarbij die beweging zich omvormde tot een politieke democratische massabeweging. Conscience creƫerde voor Vlaanderen de symbolische voorwaarden die, naast de door Hroch geformuleerde sociale voorwaarden, fundamenteel zijn voor het welslagen van een nationalistische massabeweging. De basiselementen van dit symbolisch universum zijn van verschillende aard, zowel inhoudelijk, formeel, visueel, auditief als performatief. Conscience maakte literatuur tot vlag.
AbstractConscience is generally considered as a member of the literary and philological group in the first cultural phase of the national Flemish Movement. However with his novel The Lion of Flanders (1838) he clearly anticipates the later phase of political democratic mass movement. With this novel he created the symbolic preconditions which are fundamental, apart from the social preconditions as described by Hroch, for the success of nationalist movements. This article gives a analysis of the basic elements of this symbolic universe on different levels (content, form, audition, performance). Conscience made literature work as a flag.
- Auteurs behouden de auteursrechten en geven het tijdschrift het recht van eerste publicatie van het werk onder een Creative Commons Attribution Licentie die anderen het recht geeft het werk te delen onder vermelding van het auteurschap van het werk en de eerste publicatie in dit tijdschrift.
- Auteurs mogen separate, additionele contractuele overeenkomsten aangaan voor het niet-exclusief distribueren van de door het tijdschrift gepubliceerde versie van het werk (bv. plaatsing in een institutionele repository of publicatie in een boek), onder vermelding van de eerste publicatie in dit tijdschrift.
- Auteurs hebben het recht en worden aangemoedigd om hun werk online beschikbaar te stellen (bv. in institutionele repositories of op hun website) voorafgaand aan en gedurende de inzending, aangezien dat kan leiden tot productieve discussies, sneller en meer citaties van het gepubliceerde werk (Zie The Effect of Open Access).