'Mijn vader ging dood - ik was toen zeven'
Over de functie van kinderpoëzie over de dood
Samenvatting
Abstract
Kinderen kunnen op jonge leeftijd reeds met de dood geconfronteerd worden. Het is dan ook van belang om met kinderen vanaf een jonge leeftijd in gesprek te gaan over de dood. Jeugdliteratuur kan daarbij een informatiebron zijn, en kinderen helpen de wereld om hen heen te begrijpen en betekenis te geven aan kwesties die hen bezighouden.
In deze bijdrage is onderzocht of hedendaagse Nederlandse kinderpoëzie over de dood, en dan met name poëzie waarin het gaat over rouw en rouwverwerking, een bijdrage kan leveren aan het begrip van kinderen over het proces van rouwverwerking.
Om rouwverhalen in kinderpoëzie te onderzoeken is het theoretisch kader over het proces van rouwverwerking van de Amerikaanse rouwdeskundige William Worden gehanteerd. Aan de hand van gedichten uit de bundels Doodgewoon van Bette Westera en Sylvia Weve (illustraties) en Hou van mij van Ted van Lieshout wordt de betekenis van de thema’s dood, rouw en rouwverwerking voor kinderen vervolgens geduid.
De conclusie luidt dat de dood een vertrouwd thema in de hedendaagse Nederlandse kinderpoëzie. Vanuit het perspectief van een kind passeert een breed scala aan relevante onderwerpen en emoties de revue. Kinderpoëzie waarin verhalen over rouw worden besproken kan een bijdrage leveren aan het begrip van kinderen over het proces van rouwverwerking dat wordt doorgemaakt als een dierbare komt te overlijden. De ideeën die zo door kinderen worden gevormd kunnen het startpunt zijn van een eventueel zelf door te maken rouwproces.
Abstract
Already at a young age children may encounter death. It is important to start discussing death and related issues in early childhood. Youth literature may be a valuable source of information and help children to get a grip on the world they are living in and give meaning to matters that makes them anxious.
The focus of this contribution is on whether contemporary Dutch children’s poetry on death, in particular poetry in which grief and mourning processes are relevant, may contribute to children’s knowledge about the mourning process.
In order to study grief narratives in children’s poetry, the theoretical framework on mourning processes as formulated by William Worden has been used. A selection of poems from two collections of poetry, Doodgewoon by Bette Westera and illustrator Sylvia Weve, and Hou van mij by poet and illustrator Ted van Lieshout, has been made in order to analyze the meaning of death, grief and the mourning process to children.
It is concluded that death is a familiar theme in contemporary Dutch children’s poetry. From a child’s perspective a whole range of relevant issues and emotions are considered in these poems. Grief narratives in children’s poems may contribute to children’s knowledge on the mourning process that they will go through when they experience the death of a loved one. The concepts on death and grief that they will develop upon reading these poems may be helpful at the start of a mourning process that they might possibly encounter themselves.
- Auteurs behouden de auteursrechten en geven het tijdschrift het recht van eerste publicatie van het werk onder een Creative Commons Attribution Licentie die anderen het recht geeft het werk te delen onder vermelding van het auteurschap van het werk en de eerste publicatie in dit tijdschrift.
- Auteurs mogen separate, additionele contractuele overeenkomsten aangaan voor het niet-exclusief distribueren van de door het tijdschrift gepubliceerde versie van het werk (bv. plaatsing in een institutionele repository of publicatie in een boek), onder vermelding van de eerste publicatie in dit tijdschrift.
- Auteurs hebben het recht en worden aangemoedigd om hun werk online beschikbaar te stellen (bv. in institutionele repositories of op hun website) voorafgaand aan en gedurende de inzending, aangezien dat kan leiden tot productieve discussies, sneller en meer citaties van het gepubliceerde werk (Zie The Effect of Open Access).